Eindejaarsgezeik

Bonjour! Nou daar is ze weer hoor. Niet op full speed maar wel met de spreekwoordelijke poot op het gas. We zien wel hoe hard we vooruit komen. Ik weet niet hoe het afgelopen jaar voor jullie is geweest maar hier was het lichamelijk best Qut.

Het wordt er namelijk niet beter op zeg maar. En hoe meer ik klaar ben met Q-koorts, hoe minder Q-koorts klaar is met mij. Slecht verhaal. Het is lang geleden dat ik in een jaar tijd zoveel confrontaties heb gehad. En mentaal moet je die gewoon even incasseren. Ik voel me onderhand murw.

Soms wil ik gewoon maar gaan liggen en de hele goddelijke boel de boel laten. Zo van: ‘Ik geef het op. Laat mij maar liggen, er komt vanzelf een einde aan.’ Echter het einde komt niet. En gaan liggen zou het ook niet beter maken. Denk ik. Daarentegen is overeind blijven soms behoorlijk ingewikkeld aan het worden. Ik vraag me af hoe anderen het ervaren met alle uitdagingen die een dag kan brengen.

Waar ik voorheen behoorlijk strijdlustig kon zijn (in alles), merk ik dat ik steeds meer mijn schouders ophaal en denk: ‘Whatever, zal wel.’ Of het nu om een organisatie gaat, een deksel die ik niet open krijg, een slechte nacht, de zogenaamde Long Covid trein waar wij voordeel van zouden hebben of jeuk aan een zelfgekozen teen, het zal wel.

De rek en de puf is er een bietje uut zoals we dat hier in de Liemers zeggen. En op een enkel moment dat ik de rek en puf leven wil inblazen denk ik ook vaak: ‘Waarom zou ik daar in onzelieveheer zijn naam nog enige moeite voor doen.’

Dus. Dat. Wel heb ik bedacht dat ik van schrijven altijd blij wordt. En dat kan zittend, liggend, met welk humeur dan ook, werkelijk bijna in elke omstandigheid. Behalve bij hersenmist. Oké, er moet een uitzondering zijn. Zo een die de regel verbreekt.

In ieder geval, tot lees in 2025!

Vergelijkbare berichten